Alexander Deprez – Prins Albert

Alexander Deprez Prins Albert recensie en informatie roman over zijn vader van de Vlaamse fotograaf, film- en theatermaker. Op 21 februari 2025 verschijnt bij uitgeverij EPO de debuutroman van Alexander Deprez. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Alexander Deprez Prins Albert recensie en informatie

  • “Koop het boek Prins Albert en je krijgt een ritje op een achtbaan.” (Het Nieuwsblad)
  • “Alexander schreef met zijn onlangs verschenen roman Prins Albert zijn jeugd van zich af. Dat is fantastisch.” (De Morgen)
  • “Alexander Deprez stelt op eigenzinnige wijze boek voor in Boegie Woegie.” (De Krant van West-Vlaanderen)

Prins Albert recensie van Tim Donker

Ja. Of nee. Maar dit boek bijvoorbeeld.

Eerst al dacht ik Hee die Deprez ken ik als dichter! Maar Alexander Deprez is cineast en hoe zou ik een cineast kennen ik kijk nooit film. En Prins Albert is zijn debuut. Dus die dichter zal een andere Deprez zijn of iets dat daarop lijkt. En toen dacht ik, dit zal wel een monografie of hoe heet dat zijn van die echte prins Albert er was toch ooit een echte prins die Albert heette & was dat een communist dan dat wist ik niet. Maar weeral nee. En dan nog eens nee, want de vader van de hoofdpersoon uit dit boek krijgt later in zijn leven wel communistiese neigingen, maar dat maakt zo’n minimaal deel uit van de vertelling (en van het leven van die vader) dat het niet bepaald een ondertitel waardig is.

Zodus. Een boek waarvan je van alles niet kan zeggen. En misschien ook van alles wel van kunt zeggen.

Wat ik er wel van kan zeggen. Dat het leest als een trein. Wat wil zeggen. Dat je het kunt lezen in een trein. Terwijl je gaat. Naar daar, of naar elders, of naar waar nog. En dat je het heel rap uit hebt. Bijvoorbeeld nog voor je daar bent, of elders, of waar dan ook. Ik las dit in een middag uit, en ik lees naar aard en naar omstandigheden met nogal wat onderbrekingen. Er zijn altijd de kinderen er is altijd het koken er zijn altijd de vloeren die moeten geveegd de gedachten die moeten gedacht de dansen die moeten gedanst of ook de andere boeken die ik zie die ik snuif die ik lees.

En ook. Dat de soundtrack van dit boek die van mijn jeugd is. De jaren waarin ik veertien vijftien zestien was. The number of the beast. Een beetje tegen eigen willen in. Een schuldig pleziertje. Toen al. Maar ik had de plaat. En legde m vaker op mijn draaitafel dan ik zelf wilde. Tokyo tapes. Die ik niet had. Liever had ik Virgin killer met orzjienele hoes. Maar ja. Kwam daar maar eens om. Doch. We’ll burn the sky stond ook op Taken by force en die had ik wel en ik vond het twede liedje van kant a best heel mooi maar niets was mojer toch dan Born to touch you feelings (in een hoofdstuk dat later in de prullenmand belandde zong t schrijverken het voor zijn Dregke). Trust. Ik had of wilde hun Rock n roll in de tijd dat ik eventjes een fascinatie had voor franstalige hardrockbands. Wheels of steel. Ja. Niet het beste liedje van Saxon. Daarin twijfelde ik tussen Dallas 1 pm en To hell and back again en god wat een dijk wat een rots wat een monument van een plaat vond ik dat Heavy metal thunder toch. En uiteraard en natuurlijk en zeker en boven twijfel en boven alles en overal bovenuit Balls to the wall wat heb ik oneindig vaak en oneindig hard meegebruld met dat liedje ik had het geteept van de televisie want in die tijd had je gewoon nog hardrockprogramma’s op televisie dingen als monsters of rock en the power hour en dat programma dat de begeerlijke prachtige fantastiese sabina classen presenteerde op rtlplus hoe heette dat ookalweer mosh geloof ik kassettes en kassettes vol met van televisie geteepte liedjes had ik en dat ging dan boven op de kassettedek op vol volume bijvoorbeeld Balls to the wall al zong ik het weken nee maandenlang verkeerd ik zong altijd “too many people do not know a bridge is over the USA” wat ik een achterlijke tekst vond maar wat maakte het uit het lied explodeerde allermachtigst en daar ging het om maar wat er werkelijk gezongen wordt is zoals Deprez hier geheel juist sieteert: “too many people do not know bondage is over the human race” waar ik pas achter kwam toen iemand de plaat liet teepen en ik aldus ook het tekstvel onder ogen kreeg. En The wall ook. Ja The wall zeker. Maar dat was later. De jaren waarin ik zeventien achttien negentien was. Toen was die plaat en was ook de film meer dan een soundtrack van mijn leven het was mijn religie mijn bijbel mijn levensfilosofie. En Idles? Ja. Nee. Misschien. En later, veel later, de jaren nu of de jaren van vorige week misschien weet ik veel en een beetje maar want ik ken zoveel betere bands toch. En Arno? Ja Arno ook. God. Met hem kun je zeggen daar ging iemand. Daar ging iemand heen. T.C. Matic. Maar nog altijd niet het fijnste uit mijn huidige platenkast. Zodus. Is de soundtrack hierin vooral die van mijn jeugd.

En dat de schrijfstijl van Deprez me smaakt. De korte zinnen. Staccato. Het vele paginawit. Leegte. Leegte die ademt. De bladspiegel. Het razen dat maakt dat je het razend leest. De herhaling. God ik ben een zuiger voor herhaling. Zinnen die herhaald worden, soms onder elkaar, soms pagina’s uiteen, maar een ritme is er. Ritme. Melodie. Dit boek is zelf een soundtrack. En dat ik dat mooi vind. Is wat ik kan zeggen.

Wat ik er niet van kan zeggen. Of ik Prins Albert in zijn geheel geslaagd vind. Een familie Deprez. Een ikpersoon Alexander. Cineast. Een boek aan het schrijven. Over zijn vader. Allicht dus autobiografies, dit Prins Albert hier. Maarja. Je weet hoe het dan heet he. Echt gebeurd is geen exkuus. Maar hoe. De Alexander uit het boek groeit op met gescheiden ouders. Meestentijds zijn ze bij moeder. Hij en zijn zus, die om een of andere reden konsekwent “Vaders dochter” genoemd wordt, tis voor zover ik rekonstrueren kan een volle zus van hem en het boek zelve geeft geen enkele grond aan een allerflauwst vermoeden waarom ze elkaar niet zouden mogen dus waarom niet gewoon “mijn zus” of nog, geef haar een naam!, kan ook. Bij momenten, idealerwijs waarschijnlijk één keer in de week, worden Alexander en “Vaders dochter” (om die aanstellerij dan maar te handhaven) opgehaald door Vader. Als die niet te bezopen is, te druk met andere dingen, het niet vergeten is, niet ergens zijn roes ligt uit te slapen. We spreken van laagleven. Drank. Agressie. Armoede. Egoïsme. Alleen het eigen zelf van Vader is belangrijk, of belangrijker toch dan al het andere (vrouw, later ex, kinderen, huis, bezittingen, dingen op een rijtje houden). En dit is meteen waar de schoen wringt. Naar mijn smaak neemt Deprez te weinig afstand van de levensstijl van Vader. Natuurlijk. Als kind heeft Alexander weinig keus. Het is zijn vader. Hij heeft er maar één. En dat is deze. De mooiste man van Vlaanderen. Als genoemd. Voornamelijk door Vader zelf. Denk ik. En een motard. Ja. Natuurlijk vind je dat stoer, als kind, als je vader met zunnuh moto het schoolplein op gereeën komt, en jij mag achterop. Dat is nog eens een huiswaartskeren dat indruk maakt op je klasgenoten. Dat is jouw vader. Die elkendeen imponeert. Bij een ruzie met een buurtpestkop haalt “Vaders dochter” er eenvoudigweg “Vader” bij die meteen afkomt met zijn al even agressieve rothond. Deze buurtpestkop zal nooit meer pesten. Nee. Dat is nog eens een Vader die staat. Als hij er is, vult hij de hele ruimte met zijn aanwezigheid. De dreiging. De razernij. De bom die hij is kan altijd barsten. Altijd op je hoede zijn. Ach. Daarmee kweek je karakter. Niet? En als hij er niet is. Dan zoek je hem toch. Maar dat zal zijn. Kinderen hebben jouw liefde nodig om zich van jou af te keren; zolang jouw ouderliefde geen evidentie is zal die tot op volwassen leeftijd gezocht blijven. Dus is de muziek van de Vader de muziek van Alexander en dus is de misschien kortstondige communistiese interesse van de Vader Alexanders misschien kortstondige interesse. En is de agressieve geneigdheid van de Vader Alexanders agressieve geneigdheid. Met OVER GEWELD schrijft de Alexander-figuur post 2023 een vestzakessay over geweld. Elke paragraaf begint met “‘Ik ben tegen geweld’, zegt die of die” waarna het verder gaat in de beschrijving van een situatie waaruit blijkt dat de spreker helemaal niet per se tegen geweld is of anders terecht komt in onverkwikkelijkheden waarop geweld misschien het beste antwoord was geweest. Schoon staaltje populisme, dat. Zo lusten we er nog wel dertig als niet veertig. Lekker lullen zit ook in de tram, zou mijn zus zeggen. Ja natuurlijk kun je allerlei schetsjes maken waarin geweldlozen te maken krijgen met geweld. Natuurlijk kun je het altijd zo drajen dat de eerste slag toe dienen beter was geweest dan de andere wang te laten zien. Natuurlijk is er altijd wel een scherpst van de snede denkbaar een moment waarop de enige keuze nog is vechten of onvergeeflijke lafheid. Maar omgekeerd kun je evengoed honderd of duizend schetsjes schrijven over momenten waarop geweld alles alleen maar nog veel erger maakte. En het is die omgekeerdheid die ik mis in Prins Albert. Nu komt het af en toe neer op geweldsverheelijking. Of minstens op romantisering van de armlastige zuiplap die alleen de taal der vuisten verstaat.

Misschien komt dit boek te vroeg.
Misschien was Alexander Deprez nog niet volwassen genoeg.
Misschien was de afstand tot zijn toene toen en zijn nuë nu nog niet groot genoeg.
Ik vind Prins Albert een weinig dubieus.

Maar het leest als een trein. Dat wel. Wat wil zeggen dat je het kunt lezen in een trein. De trein van A naar B. En schrijven blijkt Alexander Deprez zeker te kunnen. Ik wacht. Tot hij uitstapt. Bij B. En op het boek. Dat hij daarover schrijven zal.

Alexander Deprez Prins Albert

Prins Albert

Prelude van een communist

  • Auteur: Alexander De Prez (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: EPO
  • Verschijnt: 21 februari 2025
  • Omvang: 296 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 19,90 / € 14,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman over zijn vader van Alexander Deprez

Alexander Deprez groeit op in de schaduw van zijn vader, de mooiste man van Vlaanderen, een motard met een kort lontje, een dakwerker die zijn innerlijke demonen probeert te verdrinken, eigenaar van een bull terrier, uitbater van de Prins Albert, een berucht rockcafé in Lauwe met buiten een vlag van Club Brugge en binnen een poster van James Dean.

In dit verpletterende debuut schrijft Deprez met veel zwier zijn jeugd van zich af. Hoe doorbreek je de cyclus van alcohol, geweld en trauma’s? Hoe doe je dat, een normaal leven leiden? Domweg gelukkig zijn met je meisje? Snoeihard, rauw, eerlijk. ‘In mijn wereld ben je niets. In mijn wereld ben je niemand. In mijn wereld is er enkel jij en ik. Geen staat die je beschermt. Geen rechtbanken en rechters. Geen geld. Jouw macht betekent hier niets.’

Alexander Deprez is fotograaf, film- en theatermaker, auteur en een helft van het muziekduo Sasha le Fou en Tippi Parade. In 2024 bracht hij de satirische voorstelling ‘Edelweiss Piraten’, een waarschuwing voor de opkomst van extreemrechts.

Bijpassende boeken

  • Nieuwe Vlaamse romans