Wouter Godijn Poging een luchtig gedicht te schrijven recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 17 november 2022 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact het nieuwe boek van dichter en schrijver Wouter Godijn.
Wouter Godijn Poging een luchtig gedicht te schrijven recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Poging een luchtig gedicht te schrijven. Het boek is geschreven door Wouter Godijn. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud het nieuwe boek met gedichten van Wouter Godijn.
Recensie van Tim Donker
Dan zeggen ze – wie ze welke ze het was er toch maar één? ja maar meervoud klinkt gewichtiger – dat ze een bundel van Wouter Godijn voor me hebben en dan roep ik enthousiast uit O!, daar heb ik bijna alles van!, en denk ik, denk ik later Is dat eigenlijk wel zo? Ik heb titels van Godijn ja, meerdere, ik weet het, maar hoeveel heb ik er eigenlijk?, en wil je wel geloven dat ik nu absoluut geen zin heb om op te staan en naar de kast te lopen en te tellen hoeveel titels van Godijn daar zijn, o, ik heb poëzie van hem, zeker, en De dood van een auteur die een beetje op Wouter Godijn lijkt staat in mijn bovenkast, waar alle boeken staan die ik nog moet lezen, waar de boeken staan die ik ooit ga lezen, waar veel boeken staan die ik waarschijnlijk nooit meer zal lezen. Ik weet dat ik er in begonnen ben, in De dood van een auteur die een beetje op Wouter Godijn lijkt en ik weet ook dat ik strandde, vrij snel, nog maar half op weg naar halverwege. Zou ik in ieder geval al zijn poëzie hebben dan? Nee. Ja. Misschien. Ik heb denk ik best veel van Wouter Godijn in mijn kast.
En later heb ik dat boek in handen, en ik ga zitten, en ik schenk me een Sint Bernardus tripel in en ik denk even aan Kees. Dat doe ik de laatste tijd wel vaker. Even aan Kees denken als ik me een bier in schenk, of een bepaald soort plaat op leg, of gewoon oemsonst. Ik drink. Ik lees. Ik lees een paar pagina’s en denk Kan je poëzie uitleggen?
Meer int bijzonder: Kun je de poëzie van Wouter Godijn uitleggen?
Dan bedoel ik Godijn dus. Die man die dingen schrijft als: “slijm uitsproeiend: de klunzenaar / half gesmoorde kreten ten gehore brengend / krergens in de krakrakramers van zijn kret / onderbreekt kreze krezigheden (de muizen / verstijven), slaat de zonsondergang / -dwaas violet- hologig gade”, en dan is er een paar regels lager ook nog iemand die naaktslakken druppelt uit een slagroomspuit. En dan is Godijn niet bezig om zoveel mogelijk zotheden bij elkaar te harken, of geforceerd de enigmaticus uit te hangen of hermetiek in de gezichten van de lezer te wrijven tot het gaat bloeden. Of. Naja. Die bloedende gezichten, dat zou Godijn misschien nog wel kunnen bevallen. Automatiese poëzie zou het nog kunnen zijn. Of vrije improvisaties. Live. Waar de lezer bij is. Of juist doorrijpte poëzie. Lag het zo lang te rijpen tot het alles zegt wat het niet zeggen kan. Zeventig jaar gegist. Of –
Maar het is niet alleen wát hij zegt. Hoe het gezegd wordt is bij Godijn het halve lied. Of tweederde lied misschien. De bladspiegel bijvoorbeeld. Springt alle kanten op. Gedichten kunnen bladbreed of draaddun zijn. Omhoog of omlaag springen, over de bladzij rennen nee slenteren nee huppelen. Er zijn doorhalingen in, toevoegingen, correcties – in een nog maar net te ontcijferen handschrift. Er is paginawit, er is paginazwart. Gedichten die zichzelf herroepen, becommentariëren, zich in zichzelf verstrikken.
Hoe leg je dat uit? Was mijn vraag.
Of nog. Moet je dat wel uitleggen, is dat wel aan een eenvoudige bespreker, die simpele ziel, zie hem daar nu zitten achter de computer met dat brilletje op zijn hoofd, hoe die deze woorden tikt, je verstaat het niet. Uitleggen. Inkaderen, vastspijkeren zal hij bedoelen.
Hum. Nee.
Dan drink ik & dan denk ik. Misschien moet de spreker louter kondt doen van zijn beleving. De beleving bij de bundel. Die trouwens poging een luchtig gedicht te schrijven heet, zei ik dat al?
Maar wat was dan mijn beleving bij poging een luchtig gedicht te schrijven? Iets als geluk? Kan ik zeggen dat ik gelukkig werd van poging een luchtig gedicht te schrijven? (of was dat de drank misschien).
Hmm. Geluk. Ja. Kweenie. Vrij aan het begin zit een nogal gore aftrekscéne. Of hoe noem je dat. Een aftrekgedicht. Een nogal goor aftrekgedicht. Zo vrij aan het begin. Zo net toen ik me begon af te vragen of ik gelukkig werd van deze bundel. Komt dat gore. Hoeveel goorheid kan geluk verdragen, vooral als het niet je eigen goorheid is.
Dus. En verder lezen.
En dus verder lezend dit lezen:
je moet me vertellen over Jezus en de zeven wolven
en dat het verhaal van de kruisiging maar een fabeltje was
ze nagelden hem aan de grond
stuurden zeven hongerige wolven op hem af
drie van hen bleven ronddolen in Klein-Azië
(de in karmijnrood en parelwit gekleden
kwamen na dagen verzonken zijn in gepeins
tot de slotsom dat wie drie,
vier, opnieuw drie en ten slotte één bij elkaar optelt
onvermijdelijk als de dood
zal uitkomen bij zeven)
vier lieten zich wegassimileren door de woestijnen in het Zuiden
drie gingen Noordwaarts, Moedertje Rusland in
waar we later nog zoveel over zouden horen
en één boog af richting Europa
maar slaagde er niet in ons allemaal op te eten
Jezus stond op uit – ja, dat is waar, nog steeds, elke dag weer
maar in gras, insecten, in witte bloemen
die zich lieten openvouwen in heldere babyhoofdjes
lang voor de slaap der volwassenheid alles uitwiste
in luciferdoosjes wegwerpaanstekers Chinees porselein
in jou en in mij
ja, als je me dat allemaal vertelt zal ik vrolijk zijn
en me verheugen in het Wonder van de Schepping
en denken ja. Ja denken. Vrolijk. Ja, dat is het goede woord. Dank je, Wouter. Vrolijk. Dat is wat het was. Ik werd vrolijk van deze poëzie. Van deze struikelende, vliegende, razende gedichten. Die me soms vertellen wat er allemaal nóg gebeurt terwijl ik dit zit te lezen dus buiten zichzelf treden is nog een ding wat de poëzie van Wouter Godijn kan. Ja. Papier wordt weer wit, het gazon moet weer gemaaid, moegespeelde kleuters hebben grensoverschrijdend lipperige lippen en grensoverschrijdend vieze neuzen. Vrolijk? Vrolijk! Dat word ik ervan als zo’n stukgebruikt woord als “grensoverschrijdend” (wie niet stil zit, kop naar beneden, bek dicht houdt vertoont tegenwoordig al snel “grensoverschrijdend gedrag”) ineens een kolderieke lading krijgt door het in onverhoedse context te sleuren.
En dat lees ik dan allemaal, allang een andere dag, allang koffie in een mok, en ineens staat er spacerock op. Spacerock? Ja, dat kwam zo. De buurman was geweest. Of niet de buurman. Maar de oude. En hij was niet eens mijn buurman maar de buurman van mijn buurman. Hij was de buurman van Sergio. Die kwam. Op een maandag. Tiepies een dag waarop mensen langskomen. De buurman wou geen koffie hij wou thee, waarom wou hij nou thee, wie wil er nou thee, ik drink nooit thee, ik zei hoe gaat dat dan en hij zei ik help je wel en daar zaten we, hij met zijn thee en ik met mijn koffie en we praatten en iemand zei spacerock. Ik denk dat ik het zei, ik was de enige ander in de kamer en de buurman, de oude dus, wist niet wat spacerock was. Waarom was ik begonnen over spacerock, waarom zei ik spacerock. Ik wil dat wel eens horen, zei de buurman, zet eens iets op. Dus zette ik iets op. An Emerald City misschien, of weetikveel, Guru Guru ofzo, Gong wellicht, ineens heel het kot vol spacerock, het was die dag dat de zon scheen, zo had ik deze bespreking willen noemen: De Dag Dat De Zon Scheen, maar ik geef mijn besprekingen al jaren geen titels meer mee en spacerock staat verdorie nóg op als de buurman, de oude, al weer weg is, het was Tangerine Dream denk ik, of Faust, of Het Droste Effect, of Oranssi Pazuzu, de koffie is op & de buurman had niet eens koffie gebliefd, hij wou thee, ik zit in mijn leesstoel en lees verder in poging een luchtig gedicht te schrijven, lees over een lawine van piepkleine roestbruine spinnetjes, merkwaardig en merkwaardiger nog om dit te lezen met die muziek op, het was Dark Buddha Rising of The Dunes of Øresund Space Collective
of Floorian (was Bastro beter geweest dan?) (nee maar Star Booty zou oké zijn) (laat ik het anders voorlopig maar op jazz houden laat ik het maar op Mostly Other People Do The Killing houden laat ik het maar op dat prachtige Coimbra Concert houden met die briljante Köln Concert-pastiesj die de hoes is), lees over een reuzenaxolotl die in een leunstoel hangt, over grootouders die al bijna in opgezette dieren zijn veranderd (wow, vooral dat “al bijna”), over wolken in een wolkeloze lucht, lees zinnen als “na mijn onthoofding voelde ik me zo dromerig”, “waarom lijken schaamlippen toch zo op zéér oude mannengezichten?” en “ontdingd zijn de dingen op hun liefst”, deze gedichten zijn zo aaibaar, ik wil ze nog even op mijn schoot, nog even op mijn knie, nog even in mijn binnenste voelen kriebelen.
Ja. Andere muziek of niet. Of opstaan, voor andere muziek moet ik opstaan, opstaan en bijna over de surprise waaraan mijn zoon bezig is struikelen (ik had expres niet opgeruimd voordat de buurman kwam want ik wou eens één keer in mijn leven de zin “Let niet op de rommel” kunnen bezigen maar uiteindelijk vergat ik het nog te zeggen).
Misschien geen jazz maar postpunk dan misschien? (wist jij dat Eduardo Benavente in 1983 is omgekomen bij een auto-ongeluk?) (altijd als we door Benavente reden begon mijn moeder over Fred Benavente) (heb ik mijn vader ooit dat hoesje van Coimbra Concert laten zien?) (mijn vader was een groot Jarrett-liefhebber) Misschien –
Uiteindelijk is de bundel te stoelnagelend om steeds naar de seedeespeler te lopen. Het is te mooi, te vrij, te speels, te vrolijk, te grappig ook. Ja. Hardop lachen. Hardop lachend poëzie lezen. Is wat kan en wat (soms) goed is. Zelfs het titelgedicht waarin Godijns multiple sclerose een duidelijke (maar niet expliciete) rol krijgt zit vol zomwijlen bijkans slapstick-achtige humor. In veel gedichten speelt zijn ziekte een rol, maar meestal niet zo pijnlijk grappig als hier.
Je kunt niets op deze gedichten tegen hebben. Of. Naja. Misschien. Ik heb nu al verscheidene bundels van Godijn gelezen, en de manier waarop zijn gedichten telkens weer exploderen kan me inmiddels zo heel af en toe een klein tikje maniëristisch aandoen. Maar echt een heel klein tikje dan, en ook nog maar af en toe. En alleen als je echt zou willen dat ik een klein puntje van kritiek op tafel gooide. Want wie kleine puntjes kritiek op tafel gooit komt serieuzer over dan iemand die het allemaal alleen maar leuk gevonden heeft. En als het afsluitende Moziekop (een klein carnaval voor carnavalhaters) (sowieso voor deze hele bundel wel een goeje aanduiding) alleen maar een hele grote grijns op mijn gezicht zet ben ik al snel weer geneigd om deze poëzie elk vermoeden van maniërisme te vergeven. Uiteindelijk vergeef ik deze poëzie alles. Uiteindelijk zal ik alle poëzie van Godijn altijd alles weer vergeven.
Poging een luchtig gedicht te schrijven
- Schrijver: Wouter Godijn (Nederland)
- Soort boek: gedichten, poëzie
- Uitgever: Atlas Contact
- Verschijnt: 17 november 2022
- Omvang: 104 pagina’s
- Uitgave: paperback
- Prijs: € 21,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van de nieuwe bundel met gedichten van Wouter Godijn
Is het in deze tijd van klimaatverandering, oorlog en coronapandemie nog mogelijk een luchtig gedicht te schrijven? In zijn nieuwe bundel gaat Wouter Godijn op zoek naar een antwoord op deze vraag. Gruwelijke en wonderbaarlijke visioenen zijn het resultaat, in gedichten die eenvoudig en helder lijken maar de verbeelding van de lezer tarten. Wie zich open durft te stellen gaat een literair avontuur tegemoet zoals hij maar zelden heeft meegemaakt. Poëzie die al lezende in beweging blijft, een achtbaan waar je aanvankelijk ietwat huiverig maar vol adrenaline in stapt en die precies de kick geeft die je zocht. Hoopvol en vol ontnuchtering, grappig en schrijnend, verrassend en logisch. Alles kan in Godijns hoogst authentieke universum waarin de dichter zich niets aantrekt van poëtische conventies, net zomin als van conventies in het algemeen.
Wouter Godijn (Nederland) – Karina of de ondergang van Nederland
Nederlandse dystopische roman
Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)
Eigenzinnige, verontrustende en unieke roman die een groot lezerspubliek verdient…lees verder >
Bijpassende boeken en informatie
- Nederlandse dichters